Ronald Vetter; trots op Olympisch zilver en brons
Vier augustus 2021, deze datum zal de succesvolle atletiekcoach Ronald Vetter nooit vergeten. Als coach van Anouk Vetter, tevens zijn dochter en Emma Oosterwegel zag hij deze twee topsporters zilver en brons winnen op de meerkamp tijdens de Olympische Spelen in Tokyo.
In 2007 verhuisde hij met zijn gezin, vrouw Gerda, dochters Eline en Anouk naar Nieuw Vennep. Ronald wordt omgeschreven als een zeer succesvol coach. Collega’s en atleten dichten hem veel sterke punten toe; kennis van trainingsleer, goede methodische opbouw, analyserend vermogen, in staat sporters mentaal te verbeteren en te motiveren.
Op zijn twaalfde begon hij met atletiek, aangestoken door zijn zussen en ouders, het klassieke verhaal. “In het begin was ik vrij lang en had ik op veel onderdelen een voorsprong. Ik had al vroeg een groeispurt gemaakt. Toen de andere atleten deze kregen haalden zij deze achterstand snel in. Ik deed mee op nationaal niveau, maar internationaal was ik niet goed genoeg”, aldus Ronald. “Het mooie aan atletiek vind ik de veelzijdigheid, het is de meest veelzijdige sport die er bestaat. Er is een diversiteit aan disciplines, voor iedereen is er een onderdeel waar je goed in kunt worden. Door de verschillen in groei heeft het mijns inziens geen zin om talenten uit te zoeken bij de jeugd. Op zijn vroegst kan dit rond vijftien a zestien jaar.”
CIOS
Na een uitstapje als vechtsporter en trainer aldaar belandde Ronald als docent op het CIOS in Overveen. Dankzij een inspectrice van onderwijs kreeg hij zijn onderwijsbevoegdheid. Ronald: “Ik herinner me het nog zo goed, ze zei: “Meneer Vetter het lesgeven zit in uw bloed, u krijgt van mij uw onderwijsbevoegdheid”. Ik gaf uiteindelijk 24 jaar les op het CIOS. Ik vond het prachtig om naast de atletieklessen ook trainingsleer te geven, studenten wijs te maken in periodisering, over weefsel en cellen en hoe je kennis kunt toepassen en wat je wel en juist niet moet doen als trainer/ coach.”
Bondscoach
Tijdens zijn werk aan het CIOS was hij de werp bondscoach van de atletiekunie. Hier werden al goede resultaten behaald. De meerkampcoach vroeg of ik tijdens het weekend kon helpen op de werponderdelen. En van het een kwam het ander en in 2006 werd hij als fulltime bondscoach van de meerkamper gestationeerd op Papendal. De fulltime programma’s werden mogelijk gemaakt dankzij een samenwerking vanuit het NOC*NSF met de atletiekunie.
Samen met een collega trainer draaide hij het fulltime programma. Zijn collega de talenten, Ronald de topsporters. “Ik vind sport zoiets moois, het is net als in de muziek en in het theater. Je moet er allemaal keihard voor werken en alle verschillen zijn weg. Geloof, huidskleur, het is niet belangrijk hoe je eruit ziet, wie je bent, maar het gaat om wat je doet, prachtig toch!”
Dochter Anouk
“Toen ik bondscoach was ging Anouk geregeld mee, ze was een klein lief blond meisje met een goede motoriek. Ze was verlegen en wilde niet in de weg lopen, maar de atleten vonden het juist leuk als ze meedeed. Het kennismaken met de top ging dus spelenderwijs. Anouk zat ondertussen op een atletiekvereniging in Amsterdam. Op haar zeventiende werd ze gescout als talent en verhuisde ze naar Arnhem om bij de talentencoach te trainen. Na een jaar of twee maakte ze de overstap naar de nationale selectie en werd ze getraind door haar vader. Ik heb het altijd makkelijk gevonden om met haar samen te werken. Ze is een harde werken, zeurt nooit, maar laat zich ook niet de kaas van het brood eten. We hebben eigenlijk nooit ruzie. De enige afspraak die we hebben is dat we thuis niet over atletiek praten. Voor mijn vrouw Gerda is dit soms wat lastiger omdat zij wel geïnteresseerd is maar natuurlijk niets meemaakt van de trainingen.
Visie Ronald
“Ik geloof niet in een eenzijdige belasting. Veel vrouwelijke wereldtoppers hebben eerst aan zevenkamp gedaan. Die veelzijdige belasting is nodig om je top in specifieke belasting te bereiken. Een componist schrijft een nummer, een beeldhouwer maakt een beeld. Training geven behoort tot hetzelfde principe, ik creëer topsporters. Het is de kunst hoe je een sporter belast tot zijn of haar grens met de juiste trainingsdoelen. Hier betrek ik alles bij; van voeding tot mentale training. Realiseer je dat elke training ook een mentale training is. Ik vertel de atleten graag waarom we dingen doen. Hoe werken spieren, waarom duurt een pauze een bepaalde tijd. Ik vind dat ik altijd bezig moet zijn om mezelf overbodig te maken. Als atleten begrijpen waarom ze iets doen dan wordt hun intrinsieke motivatie hoger; je weet waar je het voor doet.
Als je iets wilt bereiken moet je alles geven. Ik vergelijk dit wel eens met zwanger zijn. Je bent zwanger of niet, je kan niet half zwanger zijn. En zo is het ook met topsport. Je gaat all the way of je kan beter stoppen, want je kan dit niet half doen.
Als ik met de atleten naar een wedstrijd ga heb je een bepaalde verwachting, bijvoorbeeld dat een persoonlijk record mogelijk is. Als dat dan gebeurt sta ik niet uitbundig te juichen. Maar als het een keer tegenvalt baal ik wel een beetje maar meer niet, dat is sport. En niemand heeft iets aan een te emotionele coach. Een coach moet stabiel zijn, iemand waar je op kan bouwen.
Coronatijd
“Het is lastig aan te geven, maar mijn gevoel zegt dat corona in ons voordeel is geweest. In maart 2019 ging alles dicht en zo ook Papendal. We hebben adequaat gehandeld, we mochten trainingsmateriaal verplaatsen. In een hotel midden in de bossen van de Gelderse Vallei mochten we gebruik maken van een lege ruimte. In hele kleine groepjes van max. 4 personen trainden we buiten op plekken waar bijna niemand kwam. Het was daar prachtig en bovendien was het extreem goed weer. We hebben goed kunnen trainen, niet specifiek maar algemeen zoals; kracht, sprong-oefeningen, core, sprint en looptraining. Dankzij de veelzijdige training en het ontbreken van de specifieke piekbelastingen waren er geen pijntjes of blessures. “We voelden ons in deze periode bevoorrecht dat dit kon in zo’n mooie omgeving.”
Tokyo
“Ik wist dat Anouk een podiumplek kon halen, ze stond op “het lijstje”. Van Emma had ik dit niet verwacht. Ze is goed, top 8 schatte ik in. Maar alles viel perfect de goede kant op. Ze heeft me positief verrast en dat is eigenlijk het allermooiste dat een coach kan overkomen.
Voor mij hebben alle goede prestaties van de atleten waar ik mee gewerkt heb dezelfde waarde. Ik krijg hetzelfde positieve gevoel, dit zit in hetzelfde vakje.
Voor Anouk bleek op dag 1 van de meerkamp al dat de medaille binnen bereik was maar dan “moet je het gewoon nog even doen”. Het moeilijkste aan meerkamp is dat je nooit zeven keer iets perfect kan doen. Je moet overal redelijk tot goed presteren en geen fout maken, dan heb je kans op het podium. Na het 5e onderdeel wist ik dat Anouk zilver ging winnen, geweldig!
Als coach zit je altijd op de tribune en heb je maar bij een aantal onderdelen overleg met je atleet. Dit gaat vooral om technische en mentale feedback. Hoe lang ik al Anouks coach ben? Eigenlijk al mijn hele leven. Elke vader en/of moeder werkt hard aan het “opleidingsplan” van zoon of dochter; vele cognitieve, mentale zaken, normen en waarden maar ook fysieke ontwikkeling. Atletiek is er met de paplepel ingegoten. Het heeft geresulteerd in iets prachtigs!”