Lars Griekspoor; van motorcross naar het Firemen Dakarteam
Topsportcoördinator Lisanne de Roever sprak Lars Griekspoor op eigen terrein over motorcross, zijn maatschappelijke carrière én hoe hij in 2023 meedeed aan de Dakarrally.
Ben je voorgoed gestopt met motorcross op topniveau?
Je hoort soms dat topsporters in een zwart gat vallen als ze stoppen. Ik heb het geluk gehad dat mijn passie werd overgenomen door iets anders. Ik deed motorcross en ik doe nog steeds motorcross. Het is een leuke hobby, maar je kan er geen geld mee verdienen, sterker nog het kost alleen maar geld. Ik ging nadenken, wat is het mooiste van motorcross en wat ga ik dan wel doen. Ik werkte al bijna fulltime bij Socialdatabase en wist dat ik uiteindelijk het familiebedrijf in wilde (Griekspoor). Het proces van stoppen is heel geleidelijk gegaan en corona heeft daar zeker aan bijgedragen. Ik heb meegemaakt wat ik wilde meemaken, kan erover meepraten, maar ik merkte dat fulltime met sport bezig zijn niet is waar ik gelukkig van werd. Ik miste dingen met mijn hoofd doen. Wat ik leuk vind aan motorcross, dat is toch in het weekend rijden met vrienden of mijn vader. Ik heb nu een aantal jaar bij Socialdatabase gewerkt en start in april bij Griekspoor. Het leek mij goed om mijn horizon te verbreden en andere ervaring op te doen, voordat ik hier volledig ga werken. Bij Griekspoor ga ik straks mee met de buitendienst.
Wat zijn de mooie dingen die je hebt overgehouden aan je topsportcarrière?
Je moet heel vroeg volwassen worden, ik had veel verantwoordelijkheid. Ik realiseerde me wel wat er stond, het team om mij heen. Ik moest daar ook serieus mee omgaan. Je moet gefocust zijn om te presteren. Als het dan niet goed gaat is er altijd wel iets waar dit aan ligt, er zijn geen excuses. Niet alles is te meten aan resultaat bij sport, maar als iets niet goed gaat dan word je meteen met je neus op de feiten gedrukt. In het bedrijf is dit anders, soms duurt het even voordat dingen die minder gaan aan de oppervlakte komen. Ik vond het heel mooi om dit echt te doen met mijn team (monteur, trainer, mijn vader). En tot het uiterste gaan, ik heb ontdekt dat ik dit kan. Ik probeer dat door te zetten in het bedrijfsleven. Als je dat niet hebt wordt het niets.
Griekspoor; Topsport in civiele techniek, hoe is de mentaliteit bij jullie?
We gaan wel voor het hoogst haalbare en doen dit echt met elkaar. Mijn neven Kevin en Scott (oud tennissers) hebben ook die topsportmentaliteit. We moeten soms opletten dat we onszelf niet over de kop werken en proberen elkaar dan af te remmen. Als sporter ben je een doener. Je kan niks uitbesteden, je moet zelf je training doen. In het begin vond ik dit lastig in het bedrijfsleven, ik wilde alles zelf doen. Dit heb ik echt moeten leren, er loopt niet voor niets zoveel man rond bij ons.
Hoe kwam je bij het Firemen Dakarteam?
Ik werd gebeld door een goede vriend (die ik ken vanuit de motorcross), zijn moeder zit bij het team. Er kwam een plek vrij. De persoon die video’s maakte en verslagen schreef ging weg. Tuurlijk wilde ik mee, maar wat moet ik doen, waar moet ik zijn? Ik werd uitgenodigd om een keer langs te komen. Dit bleek in Hillegom te zijn, ik had geen idee dat ze zo dichtbij gestationeerd waren. Achteraf kende ik wel een aantal mensen van gezicht. Mijn rol was het team meer bekendheid te geven. Het is een brandweerteam en deze mentaliteit staat me aan. Het is met elkaar, je hebt elkaar echt nodig. We zijn een topteam, maar doen mee met een budget van minder dan een amateurteam. Maar met elkaar deelnemen aan de Dakar is echt heel mooi. Er wordt echt op elkaar vertrouwd, dat moet ook wel. Die mentaliteit leer je bij de brandweer denk ik.
Hoe zag een dag op de Dakar er uit?
Elke dag zaten we met elkaar, we werden vrienden. We luisterden naar ieder zijn verhalen. Niet alleen van de chauffeur, ook van de cameraman, ook de hospitality, gewoon de tijd nemen voor elkaar. We zaten drie weken lang met tien mensen in de vrachtwagen. We sliepen daar in stapelbedden. Bij andere teams zag je echt een andere sfeer, vooral na drie weken. Bij ons gaat het om passie, we zijn allemaal vrijwilligers.
We startten op 1 januari en reden twee weken lang, met opgeteld één dag rust. Meestal startte de vrachtwagen om 9.00 uur en om 22.00 uur kwam hij dan weer binnen. Op de vrachtwagen zaten drie mensen; de chauffeur, de hoofdmonteur en de navigator. Op sommige dagen reden ze een lus en hoefden we nier naar een nieuw bivak. Soms moesten we ook weer 600 km naar het volgende bivak.
Van de bivak ging de vrachtwagen naar de Start van de special. Vanaf daar werd 300-400 km afgelegd en daarna kwamen ze weer terug naar de bivak. Ik was altijd aanwezig bij de Start van de special special, maar bij de finish was het vaak al donker. Soms ging ik tussentijds nog ergens langs om foto’s en filmpjes te maken. De cabine had ik volgehangen met GoPro’s. En na de wedstrijd maakte ik interviews met de eerste reacties. Hiervan verspreidde ik elke dag korte berichten.
In de motorcross zit je zelf achter het stuur, hoe was het nu om aan de andere kant te staan?
Het was leuk en goed, maar toch wel echt topsport. Ik moest ook gewoon leveren. Iedereen moest presteren in zijn of haar rol. Het liefst rijd ik zelf, dit is misschien ook wel het doel, maar wilde het wel een keer van tevoren gekeken hebben.
De vrachtwagen is ook een keer gecrasht. We kregen foto’s binnen, toen was het wel even stil in het serviceteam. De wagen was enorm beschadigd. Alles moest worden opgelapt. Monteurs werken dan de nachten door, echt topsport. Gelukkig konden we wel verder.
Mijn rol was eigenlijk wel een van de mooiere vind ik. Ik heb heel veel kunnen zien, ik zat in een eigen auto. We hebben daar wat problemen mee gehad en heb dus ook veel met plaatselijke mensen contact gehad. Van de kleine wijkjes naar een grote stad als Riyadh. Het was echt een super gave ervaring en wie weet wat de toekomst brengt!